Struun’n deur Zuudbrouk-
Update
29 aug. 2024
Zuidbroek: een dorpje in Oost-
Zo'n duizend jaar geleden ontstaan op een zandrug in het veen. In de zeventiende eeuw werd hier het Winschoterdiep gegraven. Hierdoor verlegde het centrum van het dorp zich van de omgeving van de middeleeuwse Petruskerk (ten noorden van de huidige A7) naar de oevers van het nieuwe scheepvaartkanaal.
De aanwezigheid van het water, een sluis met brug en het drukke scheepvaartverkeer uit de Veenkoloniën gaven Zuidbroek een belangrijke impuls. Handel en nijverheid vonden hier een geschikte vestigingsplaats, en getuige het later in Zuidbroek gevestigde kantongerecht en het belastingkantoor werd het dorp ook in bestuurlijke zin het middelpunt van een veel grotere omgeving.
De bebouwing langs het Winschoterdiep vormde eeuwenlang een weerslag van de economische dynamiek van Zuidbroek. Huizen van kooplieden en notabelen stonden temidden van de woningen en werkplaatsen van ambachtslieden en winkeliers, en enkele logementen boden de reizigers om te vernachten.
Zuidbroek was een geschikte halteplaats, omdat het op ongeveer een dagreis per trekschuit van zowel Groningen als van Winschoten af lag.
Evenals Noordbroek was Zuidbroek een belangrijk Oldambtster middeleeuws dorp en centrum van bestuur en rechtspraak. Het dorp had een versterkt huis (stins –borg) waar het hoofdelingen geslacht Gockinga woonde. Deze borg stond in Uiterburen. Ten noorden van de A7. Het dorp had een oudere versie op de plek ten Noorden van Uiterburen, maar verplaatste zich vanaf de 15e eeuw.
Door de planmatige exploitatie van de venen (Hoogezand –Sappemeer-
De latere ontsluiting door de aanleg van een spoorlijn versterkte deze ontwikkeling.
Het dorp Zuidbroek bestaat dus eigenlijk uit een middeleeuws Oldambtster deel en een veenkoloniaal deel van af 1628, dat laatste is het deel rond het Winschoter diep en het Muntendammerdiep.
De grootschalige vervening richting Tripscompagnie werd vanaf 1648 ter hand genomen.